
De poort achter de dikke eik
In een mooi stukje Brabant, waar groene weiden zich uitstrekten tot aan de horizon en kabbelende beekjes hun weg vonden tussen oude eikenbossen, leefden de Teuten. Deze bijzondere mensen waren een mix van menselijke trekken en bijzondere eigenschappen, die hen onderscheidden van de gewone stervelingen.
De Teuten hadden de gave om van het alledaagse iets buitengewoons te maken. Zo kon hun lach de bloemen in bloei zetten en hun tranen de dorre aarde bevloeien. Ze hadden een ongeëvenaarde vindingrijkheid en handigheid, waarmee ze de meest unieke en wonderlijke objecten konden creëren.
Op een dag, toen de zon hoog aan de hemel stond, vond er in het dorp (het oude Teutengat) van de Teuten een bijzondere bijeenkomst plaats. Het was tijd voor de “Grote Bijzondere Tentoonstelling,” waar de Teuten hun meest spectaculaire uitvindingen en ontdekkingen zouden presenteren aan het volk. Iedereen was enthousiast en nieuwsgierig naar wat er dit jaar tentoongesteld zou worden.
Een van de Teuten, genaamd Eldar, was een uitvinder van buitengewone machines. Hij had de “Tijdsversneller” gemaakt, een apparaat dat je enkele minuten vooruit in de tijd kon brengen om te zien wat er zou gaan gebeuren. De toeschouwers stonden versteld toen ze zagen hoe dit wonderbaarlijke apparaat werkte. Ze konden niet genoeg krijgen van de glimpen van de toekomst.
Na Eldar was het de beurt aan Lumi, een Teutin die gespecialiseerd was in verlichtingstechnieken. Ze onthulde haar nieuwste creatie: de “Sterrenvanger.” Het was een betoverende lantaarn die, als je ernaar keek, je de schoonheid van een sterrennacht deed herbeleven, zelfs op een bewolkte dag. De lantaarn verspreidde een bijzonder licht dat de harten van alle aanwezigen verwarmde.
Dan was er nog Nalin, de avontuurlijke Teutin die bekend stond om zijn reizen naar verre oorden. Hij had een flesje met “Geconcentreerde Dromen” meegebracht. Wanneer je een paar druppels op je voorhoofd aanbracht, kon je de meest levendige en fantastische dromen beleven. Menig dorpeling kocht een flesje om de nachten met wonderbaarlijke avonturen te vullen.
De tentoonstelling ging verder met vele andere verbluffende uitvindingen, zoals vliegende tapijten, een lepel die je eten op smaak bracht met herinneringen, en een toverhoed die je een uur lang onzichtbaar maakte. Het was een dag vol verwondering.
Maar wat de toeschouwers niet wisten, was dat de Teuten een geheim hadden bewaard. Diep in het bos, achter een dikke eik, bevond zich een poort naar een andere wereld. Slechts één keer per eeuw zou deze poort opengaan en een kort pad vormen naar het onbekende land van de “Verloren Sterren.” Hier rustten de zeldzaamste en meest apparte wezens die de verbeelding konden bedenken.
Op de avond na de tentoonstelling verzamelden de Teuten zich rond de poort. De maan verlichtte hun gezichten terwijl ze het pad betraden, met een korreltje zout in hun handen. Dit korreltje was een bijzonder ingrediënt dat nodig was om de wezens uit de ‘Verloren Sterren’ te lokken.
Toen de poort zich opende, weerklonk er een melodie door de lucht. De wezens verschenen, verlicht door het zachte maanlicht. Er waren vuurspuwende draken met zijdezachte schubben, dansende elfjes met vleugels van fonkelende stof, en prachtige eenhoorns met manen als regenbogen.
De Teuten namen hun korreltje zout en strooiden het in de lucht, waar het glinsterde als stof in het maanlicht. De wezens dansten om hen heen en bedankten de Teuten voor het openen van de poort. Een nacht vol vreugde volgde, waarin de Teuten en de wezens uit de ‘Verloren Sterren’ samen kwamen om de fantasie van hun werelden te delen.
En zo ging het leven in het Brabantse land met de Teuten verder, altijd doordrenkt met een vleugje fantasie. De verhalen over hun avonturen werden doorgegeven van generatie op generatie, en hoewel sommige verhalen misschien met een korreltje zout werden genomen, waren ze gevuld met de warmte van gelukkige herinneringen en de sprankeling van verbeelding.