
Het geheim van Jan Preut, de koster van Teutengat
Jan, beter bekend als Toon de koster, en zijn broer Alleman waren beiden al jarenlang koster in de pittoreske kerk van Brabantdorp, gelegen in het prachtige Kempen. Ze waren bekende figuren in het dorp en stonden altijd klaar om de parochianen te helpen. Maar achter de schermen hadden ze een geheim dat ze angstvallig verborgen hielden.
Jan, afkomstig uit een eigenzinnige familie die zowel uit Brabantdorp als uit de nabijgelegen dorpen over de grens naar Lommel kwam, was altijd al een buitenbeentje geweest. Hij had een zwak voor de dorpsroddels en was niet vies van een beetje gezelligheid. Om zijn eigenaardigheden te verhullen, had hij zichzelf de bijnaam ‘Toon de koster’ gegeven en bekleedde hij ook de functie van koster in Teutengat, een ander gehucht in de buurt.
In de kelder onder de kerk, waar het plaatselijke harmonieorkest regelmatig repetities hield, wist Toon een geheim te bewaren dat hij met niemand durfde te delen. Daar lagen namelijk kratten vol met verleidelijk bier, verfrissend en smaakvol, maar ook een bron van hoofdpijn voor de koster. Het was zijn persoonlijke gevecht om de verleiding te weerstaan en zijn hoofd helder te houden tijdens de kerkdiensten. Het laatste wat hij wilde was dat iemand zou ontdekken dat Toon de koster stiekem kampte met een geheim drankprobleem.
Gelukkig had hij één persoon aan wie hij zijn geheim kon toevertrouwen: zijn broer Alleman. Alleman, zelf ook koster in Brabantdorp, begreep de last die zijn broer met zich meedroeg. Hij was een stille en betrouwbare man, wiens toewijding aan de kerk ongeëvenaard was. Hoewel hij zichzelf nooit overgaf aan de verleiding van het bier, koesterde hij een diepgewortelde genegenheid voor zijn broer en was hij vastbesloten om hem te steunen.
Op een kille herfstavond, nadat de kerkdienst was afgelopen, gingen Jan en Alleman zoals gewoonlijk naar de sacristie om alles af te sluiten en klaar te maken voor de volgende dag. Terwijl ze samen de laatste taken voltooiden, fluisterde Jan zijn geheim naar zijn broer. Hij bekende zijn zwakte voor het bier in de kelder en smeekte Alleman om zijn geheim te bewaren.
Alleman, die zijn broer goed kende en begreep dat hij een oprecht verlangen had om van zijn probleem af te komen, keek hem diep in de ogen en beloofde plechtig zijn geheim te bewaren. Hij wist dat het belangrijk was om zijn broer te steunen en hem te helpen in zijn strijd tegen de verleiding.
De dagen verstreken en Jan vocht in stilte tegen zijn innerlijke demonen.
Het was moeilijk voor Jan om de kratten met bier in de kelder te weerstaan, vooral tijdens de repetities van het hermenieke, wanneer de verleiding het sterkst was. Maar dankzij de steun en aanmoediging van Alleman slaagde hij erin om standvastig te blijven. Hij vermeed de kelder zoveel mogelijk en zocht afleiding in andere taken die hij als koster moest uitvoeren.
Ondertussen begonnen de dorpsbewoners op te merken dat er iets aan de hand was met Toon de koster. Hij was niet meer zo spraakzaam en zijn ogen straalden niet meer zoals voorheen. Er deden allerlei geruchten de ronde, maar niemand kon precies achterhalen wat er aan de hand was. Alleen Alleman, die zijn broer door en door kende, wist dat het te maken had met het geheime gevecht dat Jan voerde.
Op een dag kwam er een nieuw lid bij het hermenieke, een jonge muzikant genaamd Karel. Hij was energiek, vol leven en had een onweerstaanbare charme. Karel had al snel door dat er iets aan de hand was met Toon de koster. Hij observeerde hem tijdens de repetities en merkte op dat Toon altijd wat afstandelijk was en nooit meedeed aan het gezellige napraten na afloop.
Op een avond na de repetitie besloot Karel om Toon te confronteren. Hij liep op hem af, legde zijn hand op zijn schouder en zei: “Toon, ik merk dat er iets dwars zit. Je lijkt niet jezelf te zijn de laatste tijd. Kun je me vertellen wat er aan de hand is?”
Jan voelde een mix van angst en opluchting. Hij wist niet zeker of hij Karel kon vertrouwen, maar tegelijkertijd wilde hij zo graag zijn geheim delen met iemand die hem leek te begrijpen. Hij keek Karel recht in de ogen en fluisterde: “Ik heb een zwakte voor het bier in de kelder. Het maakt me ziek en ik wil ermee stoppen, maar het is moeilijk.”
Karel glimlachte begripvol en zei: “Ik begrijp je, Toon. Maar je hoeft dit niet alleen te dragen. Ik zal je helpen. Laten we samenwerken om deze strijd te overwinnen.”
En zo begonnen Jan, alias Toon de koster, en Karel een bondgenootschap. Ze werkten samen om de kratten bier uit de kelder te verwijderen en vonden manieren om de verleiding te weerstaan. Karel bood Jan een luisterend oor en motiveerde hem om vol te houden.
Langzaam maar zeker begon Jan weer op te leven. Zijn ogen begonnen weer te stralen en zijn sprankelende persoonlijkheid kwam terug. Het nieuws verspreidde zich door het dorp, maar deze keer niet vanwege geruchten. Het was een verhaal van veerkracht en steun, van een man die zijn zwakte overwon en een nieuwe weg insloeg.
Jan, dus Toon de koster, vond niet alleen steun bij Karel, maar ook bij zijn broer Alleman, die altijd aan zijn zijde stond. Samen vormden ze een hechte driemanschap dat elkaar door dik en dun steunde.
Terwijl de dagen verstreken, begonnen de inwoners van Brabantdorp en Teutengat de transformatie van Jan op te merken. Ze zagen hoe hij zijn kosterstaken met hernieuwde toewijding uitvoerde en hoe zijn glimlach terugkeerde. Het nieuws van zijn overwinning op de verleiding van het bier verspreidde zich als een lopend vuurtje, en Jan werd een voorbeeld voor velen in het dorp.
Op een mooie zondagochtend, in de kerk van Teutengat, keek Jan naar de parochianen die hij diende. Hij voelde de warmte van de zonnestralen door de gekleurde glas-in-loodramen en een gevoel van dankbaarheid vulde zijn hart. Hij wist dat hij zijn demonen had overwonnen en nu een nieuw pad bewandelde, een pad van nuchterheid, moed en wedergeboorte.
En zo ging het leven in Brabantdorp en ook Teutengat verder, met Jan als Toon de koster die zijn ware naam eer aandeed. Hij had zijn hoofd helder, zijn hart vol liefde voor de mensen en een vastberadenheid om anderen te helpen.
- En zo blijft het verhaal van Jan, alias Toon de koster, voortleven als een herinnering aan de kracht zijn innerlijke demonen te overwinnen.
- Ze hebben een gedicht gemaakt:
In het rustieke dorp Brabantdorp, verscholen in de Kempen,
Waren twee broers bekend, met hun eigen streken en rampen.
Jan Preut, ook wel Toon de koster genoemd,
Een bijnaam die zijn geheimen in zich omspoelt.
Die Preut-familie kwam uit Brabantdorp en omliggende streken,
Een eigenaardige clan, vol mysterie en vreemde trekken.
Daarom verkoos Jan, in de schaduw van het kerkgebouw,
Om zichzelf Toon te noemen, een alter ego, zo nauw.
Toon de koster, een man van vele taken,
Zijn werk in de kerk van Teutengat, niet te verzaken.
Hij kende alle hoeken en gaten van het gebouw,
En een geheim lag verborgen, diep in de kelder, zo trouw.
Bij repetities van het hermenieke, in die kelder zo fris,
Schuimden de kratten bier, een onweerstaanbare verleiding, gewis.
Maar Toon had een zwakte, hij kon er niet vanaf blijven,
Elke slok veroorzaakte koppijn, een last om te overleven.
Zijn hoofdpijn moest geheim blijven, een mysterie bewaard,
Enkel zijn broer Alleman, die het geheim met zich staarde.
De broers, verbonden in hun eigenaardige band,
Droegen samen de last van Toon’s verborgen verstand.
Op een dag, terwijl het hermenieke zijn noten speelde,
Ontdekte een nieuwsgierige ziel Toon’s geheim, zo verveelde.
De koster zag het aankomen, zijn angst vulde de lucht,
Maar daar stond Alleman, vastberaden, vol met gerucht.
Hij beschermde zijn broer, met een vastberaden tred,
Vertelde de nieuwsgierige ziel dat zwijgen het beste belet.
Het geheim van de kelder, het koppijn veroorzakende bier,
Zou begraven blijven, een mysterie voor velen, zo fier.
De broers bleven samen, hun geheim verhuld,
Terwijl Teutengat genoot van het hermenieke en zijn geduld.
En Toon de koster, met zijn mysterieuze pijn,
Bleef dienen in de kerk, een schaduwrijk festijn.
Dus het verhaal van Jan Preut, ook wel Toon de koster genaamd,
Leeft voort in de geschiedenis, onthuld maar toch gelaagd.
Een verhaal van broederliefde en geheimen in de nacht,
Waar het hermenieke speelt en de kerk zijn schatten bewaakt.
Één reactie Voeg uw reactie toe